Innovatie

Koninklijke onderscheiding voor maatschappelijk werkster UMCG

Eveline van der Heijden, maatschappelijk werkster en vertrouwenspersoon in het UMCG, is gisteren, donderdag 13 september, koninklijk onderscheiden. Burgemeester Michels van de gemeente Winsum benoemde haar tijdens haar 40-jarig dienstjubileum tot Lid in de Orde van Oranje Nassau.


Leestijd: 1 minuut

Eveline van der Heijden is in 1972 begonnen als maatschappelijk werkster bij het toenmalige crisiscentrum van de psychiatrische kliniek van het AZG. Na vijfentwintig jaar maakte zij de overstap naar de Centrale Spoedopvang, waar zij de acute psychosociale zorg opzette. Daarnaast is zij sinds 1996 vertrouwenspersoon voor het personeel van het UMCG.

Bij het vormgeven van de psychosociale zorg voor de Centrale Spoedopvang van het ziekenhuis, koos Van der Heijden een innovatief uitgangspunt: acute psychosociale zorg moest een integraal onderdeel worden van de acute medische zorg die op een eerste hulp aan patiënten in levensbedreigende situaties geboden wordt. De gedachte daarbij was dat ingrijpende gebeurtenissen zoals zware verkeersongevallen en ongevallen op het werk, zeer ingrijpend zijn in het leven van zowel het slachtoffer als diens familie.

Van der Heijden nam ook zitting in de donatiecommissie van het UMCG. Haar ervaringen rond het stellen van de donatievraag aan vaak zeer verdrietige en geschokte familieleden op de spoedopvang, zette ze om in een vraag voor de donatiecommissie: wat is er nodig om te bewerkstelligen dat familieleden vaker positief reageren op de donatievraag?

Haar ervaringen met behandelaars (ambulancemedewerkers, artsen, verpleegkundigen) die effectief moeten optreden bij soms zeer schokkende gebeurtenissen, vormden voor Van der Heijden aanleiding om initiatieven te nemen voor de opvang van deze gezondheidswerkers. Zij hielp mee bedrijf-opvangteams (BOT) op te zetten en is nog steeds actief in het BOT-team van het UMCG.

In 1996 is Eveline van der Heijden benoemd tot vertrouwenspersoon ongewenst gedrag van het UMCG. Aanvankelijk lag het accent op seksuele intimidatie. Later verbreedde de functie zich tot vertrouwenspersoon ongewenst gedrag. Naast seksuele intimidatie konden klachten over pesten, agressie en discriminatie gemeld worden.